Afgelopen woensdag 7 april gingen we de lucht in! Tijdens Stadscafé #18 spraken we over de vraag of hoogbouw een antwoord is op de verstedelijkingsopgave en zo ja, hoe een verticale stad bij kan dragen aan een groene en inclusieve stad. De 18e editie van het Stadscafé vond online plaats, live uitgezonden vanuit PLNT. De livestream is hier terug te kijken.
“Is hoogbouw een goede manier om in Leiden meer woningen te realiseren? Maar vooral: hoe sociaal is hoogbouw? En kun je met hoogbouw leefbaarheid verbeteren?” Met deze vragen trapt moderator Pieter van der Straaten de avond af. Het woord is aan Martin Verwoest, stedebouwkundig supervisor bij de gemeente Leiden, die traditiegetrouw de avond start met zijn Stadhuis Talks.
Het debat over hoogbouw: 40% inhoud, 60% emotie
“Leiden de lucht in: wen er maar aan”, zo start Martin zijn terugkerende rubriek. Het debat over hoogbouw bevat volgens Martin 40% inhoud en 60% emotie. Inhoudelijk gaat het over zaken als stadsaanzicht, duurzaamheid en technische aspecten. Maar met regelmaat komt er emotie bij. Martin: “Het is onterecht te stellen dat hoogbouw een onleefbare wereld creëert. Maar tegelijkertijd dient er wel heel precies vorm gegeven te worden aan gebouwen en omgevingen om ze leefbaar te maken. Waar de emotie de overhand krijgt is de nuance weg. Gelukkig is het in de Leidse cultuur gevat om de nuance ook weer op te zoeken.” Als voorbeeld noemt hij de toren op het Betaplein in Leiden waar, dankzij een goed aangepakt participatietraject, woedende eerste reacties omsloegen naar buurtbewoners die zich gehoord voelden en waardering hadden voor het gerealiseerde.
Mensen een cadeautje geven
Pieter gaat in gesprek met architect Robert Winkel van Mei Architects, pleitbezorger van ontwerpen waarin de mens centraal staat. “Hoe doe je dat, de mens centraal stellen in hoogbouw?”, vraagt Pieter zich af. Robert: “Door te beginnen met koffie drinken.” Robert wijst op het belang van het democratische proces. Een ‘must’ wat hem betreft als het gaat om verdichten. “Het belangrijkste wat je moet doen, is de mensen een cadeautje geven”, zo zegt hij. “Je moet ze iets geven wat ze prettig vinden om naar te kijken, iets wat ze kunnen gebruiken. Een speelveld, medezeggenschap over het volume of parkeermogelijkheden bijvoorbeeld”, legt hij uit. Maar is zo’n cadeautje niet stiekem een nietszeggend zoethoudertje, terwijl de projectontwikkelaar verder gaat met zijn eigen plan? “Een cadeautje is een cadeautje”, aldus Robert. “Iets wat je graag wilt ontvangen en waar je blij mee bent.” Ook belangrijk volgens Robert is het creëren van een community als het gaat om wonen op hoogte. Je moet er als ontwikkelaar aan bijdragen dat mensen elkaar ontmoeten, bijvoorbeeld door het toevoegen van een galerij en gemeenschappelijke voorzieningen.
Een kwaliteitstoets voor hoogbouw
Frank Wassenberg van Platform31 adviseert steden op het gebied van wonen en heeft veel praktijkkennis over hoogbouw. Aan de hand van een presentatie toont hij een aantal aspecten die belangrijk zijn bij het maken van een kwaliteitstoets voor hoogbouw, zoals de gemeente Leiden van plan is. Zo bespreekt hij de vorm van hoogbouw (toren of galerijflat), de importantie van beleving en de locatie in de regio (ligt het achteraf in een buitenwijk of op een sfeervolle locatie aan het water). Hij schetst hoogbouw als landmark en benadrukt het belang van een mooie plint. “Als je rondloopt in een buurt als passant of bewoner, dan kijk je op ooghoogte. Zorg dus dat de plint leeft”, bepleit hij. Houd daarnaast rekening met de semi-openbare ruimte (alles wat je tegenkomt als je van de straat naar je voordeur gaat) en groen (in de omgeving of verticaal). Als laatste, maar zeker niet minst belangrijke, aspect noemt hij de doelgroep. Voor wie bouw je nou eigenlijk? De doelgroep van hoogbouw is door de jaren heen veranderd: van gezinnen met kinderen toen, naar kleine huishoudens nu. “Kijk in ieder geval: wie komt er te komen. Hoogbouw staat er al gauw 100 jaar. Zorg dat het over 100 jaar nog steeds kwaliteit heeft”, concludeert Frank.
Zorgvuldig de hoogte in
De laatste gast van de avond is Hilde Blank , stadsbouwmeester van Leiden. Ze is van mening dat hoogbouw de leefkwaliteit en leefbaarheid moet vergroten. Hier haakt Pieter graag op in. Want die leefkwaliteit en leefbaarheid vergroten, gaat dat beter met hoogbouw van 15 tot 20 verdiepingen dan hoogbouw van 6 verdiepingen? Een vraag waarop Hilde niet direct antwoord heeft, maar wel iets over wil zeggen: “Leiden heeft ruimte. Ik vind er voor bepaalde plekken iets voor te zeggen dat je iets ranker de lucht in gaat.” Wel pleit ook zij voor mooie plinten die niet alleen voor het complex zelf, maar ook voor de buurt een functie hebben.
Ook bevestigt Hilde het belang van het ‘cadeautje’ zoals door Robert omschreven. De zorgen die mensen rondom hoogbouw hebben, zoals de angst voor anonimiteit en het gevoel dat hen iets wordt afgepakt, worden hierdoor verkleind. Wat Hilde betreft is hoogbouw niet iets waar je gemakkelijk aan voorbij moet gaan. Dat de verdichtingsopgave er is weten we, en daar zullen we ook zorgvuldig de hoogte voor in moeten.
Architectuur: een middel om blije mensen te krijgen
Ook tijdens deze online editie van het Stadscafé is er ruimte voor vragen. Zo vraagt een kijker zich af wat de beste methode is om de buurt te betrekken bij hoogbouw. “Aanbellen en praten”, aldus Robert. “Doen alsof je er zelf woont. Zo ga je als projectontwikkelaar met mensen praten. Dat heet empathie: dat je je inleeft in iemand anders. Dat is heel erg ingewikkeld voor heel veel mensen. Die willen het liefst zo snel mogelijk met heel veel winst iets neerzetten. Het is belangrijk dat we daarmee stoppen. Een afgekapt rendement voor de aandeelhouders. Al het andere geld terug naar de buurt. Dat is een signaal dat je moet afgeven. Architectuur is geen doel, maar een middel om blije mensen te krijgen”, zo zegt hij.
“Met een hoogbouwkwaliteitstoets worden regels opgesteld. Helpt datom blije mensen te krijgen?”, een vervolgvraag van Pieter. Geen direct antwoord, al geeft Robert aan dat regels inderdaad belangrijk zijn om bepaalde afwegingen te maken. Iets waarmee een overheid kan zeggen ‘wij hebben jullie belangen gerespecteerd’. Hilde is van mening dat regels prima zijn als hulpmiddel en goed voor de dialoog, maar dat we er niet te rigide mee om moeten gaan.
Cadeaus voor de bewoners van Leiden
De afsluitende vraag deze avond: welke cadeaus wensen de experts de volgende inwoners van Leiden toe? Shared values, zoals gedeelde buitenruimte, als het aan Robert ligt. Hilde noemt het doorbreken van anonimiteit bij nieuwe bouw. Frank kijkt naar het belang van de stad Leiden als geheel: “Lever kwaliteit en creëer fijne plekken die doorstroming van bijvoorbeeld ouderen bevorderen waardoor eengezinswoningen weer bereikbaar worden voor jonge gezinnen
Het volgende Stadscafé vindt, hopelijk mét publiek, plaats op woensdag 9 juni. Die avond spreken we over kunst in stedelijke ontwikkeling.