Mobiliteit in de stad van de toekomst? Tijdens Stadscafé #12 gingen twee experts samen met het publiek in gesprek over hoe deze stad eruit zal gaan zien nu mobiliteit steeds intelligenter wordt en zelfrijdende auto’s en deelfietsen hun plek opeisen in het straatbeeld.
Hoe breng je een verdichte stad in beweging? Wat kan er anders en wat moet er anders? “Leiden groeit. De komende 15 jaar komen er maar liefst 15% extra woningen bij. Dit betekent meer mensen, meer huishoudens en dus meer bewegen. Bewegingen te voet, te fiets, met het OV en misschien wel met de auto.” Met deze woorden opende moderator Pieter van der Straaten het Stadscafé. De centrale vraag van deze avond: wat is die mobiliteit die hoort bij de stad van de toekomst?
Mobiliteit is meer dan voertuigen en asfalt
Het einde van het autotijdperk, is dat in zicht? Een onderwerp waar Willem Snel (landschapsarchitect en stedenbouwkundig ontwerper) van adviesbureau &Morgen meer van af weet. Steden, inclusief hun inwoners en vervoersmiddelen, zijn de afgelopen jaren sterk gegroeid. Snel noemt Shanghai als voorbeeld. De Chinese stad lanceerde recent een plan om in de stad volledig te kiezen voor openbaar vervoer, in combinatie met fietsen en lopen. Niet omdat ze dat willen, maar omdat het niet anders kan. Snel:
“Smart Mobility: een modeterm. Het moet alles oplossen. Het gaat eigenlijk bijna altijd over technologie. Wat zit er in een voertuig? En wat voor data? Dat is best heel belangrijk, maar uiteindelijk gaat het wat ons betreft om slim gebruik van de ruimte en bereikbaarheid. Want als je op straat niets merkt van genomen maatregelen, wat brengt het je dan uiteindelijk?”
De stad van morgen
Waar vraagstukken liggen, zijn oplossingen nodig. Waar zitten de kans als het aan Snel ligt? The Future is all about space. Als iedereen in Nederland zijn auto zou delen, zo rekende Snel uit, scheelt dit vier keer de oppervlakte van gemeente Utrecht aan parkeerplaatsen. Een andere mogelijkheid is ruimte inzetten voor verschillende doeleinden. Zo kan een plek in de vroege uurtjes bestemd zijn voor laden en lossen, waarna het in de middaguren transformeert tot een stadsterras. Ruimte delen = ruimte maken. Zo komt Snel bij het onderwerp mobiliteitshubs: plekken waar verschillende soorten verkeer samen komen. Het leefgebied verkeersvrij houden, maar toch in korte tijd bij je vervoer zijn. Dat is het doel van zo’n mobiliteitshub. Dit in combinatie met andere functies, zoals bijvoorbeeld een kinderopvang en extra groen, is veelbelovend. ”Een mooie kans voor gebiedsontwikkeling”, aldus Snel.
Slim netwerken
“Wat hebben we het in Nederland goed gedaan”, zo start Tonny Bosch (CEO van MOVE Mobility) zijn verhaal. Bosch, die veel actief is buiten Nederland, benadrukt dat we het in ons eigen landje behoorlijk goed voor elkaar hebben. Niet alleen als het gaat om hardware, maar ook op het gebied van wetgeving. Bosch: “In de loop der eeuwen hebben we hele compacte steden gebouwd, waardoor vervoerswijzen zoals lopen en fietsen altijd een rol hebben kunnen en moeten spelen.” Bosch toont de verdeling van vervoersmiddelen in Amsterdam. Het aantal privé-auto’s beslaat hier slechts 20%. Iets dat men in het buitenland bijna niet gelooft. Bosch: “Dat hebben we toch allemaal voor elkaar gekregen de afgelopen 40 jaar. Dit is ons unique selling point.”
“Slim netwerken is in mijn vakgebied het belangrijkste geweest. Het autonetwerk, OV-netwerk en het fietsnetwerk. Dat zijn drie verschillende dingen. Natuurlijk komen ze elkaar tegen, maar wanneer je ze op één netwerk zou gooien krijg je chaos.”
The Move Meter
Bosch’ collega Reyhan Safari presenteerde deze avond The Move Meter, een nieuwe tool ontwikkelt door MOVE Mobility. Met deze web-based tool is het mogelijk een stad weer te geven op basis van de infrastructuur en mobiliteit. Het biedt de gebruiker onder meer de mogelijkheid om situaties te analyseren, regelgeving te implementeren en prestaties te berekenen. Zo is het mogelijk te berekenen hoe je op bepaalde afstanden meer fietsverkeer creëert of hoe je het openbaar vervoer in bepaalde gebieden verbetert. Een mooie en toegankelijke manier om te spelen met stads- en mobiliteitsplanning.
Dichtgooien die binnenstad?
Pieter van der Straaten sloot de avond af met een aantal algemene vragen. Op de vraag wie in de zaal een auto in het bezit heeft en waarvoor deze gebruikt wordt is het antwoord duidelijk: de auto is volgens meerdere aanwezigen het beste vervoersmiddel wanneer je ’s nachts reist of een bestemming hebt die moeilijk bereikbaar is met de fiets of het OV. Er wordt positief gereageerd op het delen van auto’s. Want, zo wordt al snel geconcludeerd, die auto staat voor een groot deel van de dag stil. Tegen het einde gooit Van der Straaten er nog een scherpe vraag in. “De binnenstad blokkeren voor auto’s. Is dat dan de oplossing?” De vraag levert verrassend genoeg geen protest op vanuit de zaal. Al merkt iemand wel op dat de auto eerst van zijn voetstuk af zal moeten om dit te kunnen doen. Martin Verwoest, stedenbouwkundige bij de gemeente Leiden, houdt er een iets andere mening op na. Hij geeft, ter afsluiting van de avond, aan dat de binnenstad het probleem niet is. De focus zit vooral op de schil aan de buitenranden. “In de binnenstad is het autogebruik al laag. Juist in de schil is het autobezit stevig. Ook wordt daar de grootste groei verwacht”, aldus Verwoest. Ook hij gelooft in de kracht van de mobiliteitshub.