Ontmoeting in de ruimte? In een verstedelijkte omgeving liggen anonimiteit en verlies van sociaal contact op de loer. Tegelijkertijd moet de spaarzame ruimte die er is met steeds meer mensen worden gedeeld. Op woensdag 12 juni onderzochten we samen met het publiek hoe ruimtelijke oplossingen bij kunnen dragen aan een sociaal verbonden stad.
Na een kort muzikaal intro opende moderator Pieter van der Straaten de 11e editie van het Stadscafé. “Dit jaar hebben de Stadscafés het thema ‘Stad zoekt Ruimte’, maar vanavond kunnen we beter zeggen ‘Mens zoekt Ruimte’. Deze avond gaan we het namelijk hebben over de sociale stad”, aldus Van der Straaten. Het tweede Stadscafé van 2019 kende minder spreektijd voor de experts, maar bood daardoor meer ruimte voor discussie.
Stadscafé: Hoe goed ken jij je buur?
“Wie kent zijn buur überhaupt?” Het is de eerste vraag van de avond en wordt gesteld door Dirk van Peijpe, redactielid van RAP Leiden en directeur van architectenbureau De Urbanisten. Het aantal handen dat de lucht in gaat is aanzienlijk. “Wie komt er weleens over de vloer bij zijn buren?”, vult Van Peijpe aan. Een aantal handjes minder, maar toch nog aardig wat. Opvallend, want in theorie blijkt de sociale interactie in dichtbevolkte stadsdelen van steden als Leiden, Rotterdam en Amsterdam niet altijd even goed. Van Peijpe haalt aan dat het gesprek dat we vaak voeren gaat over het vraagstuk: waar gaan we bouwen? “Het is niet te ontkennen dat dit een belangrijk vraagstuk is, maar de mens blijft altijd een beetje buiten beeld bij dit soort dingen”, aldus Van Peijpe. “Ook vragen als ‘waar wonen we?’ en ‘waar komen we samen?’ zouden behandeld moeten worden. Wat is hierin onze rol als ontwerpers en wat kunnen we eigenlijk vormgeven?” Van Peijpe zet zijn verhaal kracht bij met een toepasselijke quote van Jules Deeler: “De Omgeving van de Mens is de Medemens.”
Het is niet te ontkennen dat dit een belangrijk vraagstuk is, maar de mens blijft altijd een beetje buiten beeld bij dit soort dingen.
People Go Where People Are
Het woord was aan prof. Machiel van Dorst, plaatsvervangend decaan van de faculteit bouwkunde van de TU Delft. Van Dorst, gespecialiseerd in omgevingspsychologie en duurzame ontwikkeling, gaf deze avond zijn visie op het onderwerp vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond. Van Dorst: “De grote stad heeft heel veel kwaliteiten als het gaat om diversiteit en levendigheid en is een plaats van veel voorzieningen en reuring.” Van Dorst haalde hierbij Jan Gehl en Jane Jacobs aan, twee grootheden uit de stedenbouw met beiden dezelfde boodschap: people go where people are. Oftewel: mensen zoeken elkaar op. “Vanuit de psychologie heb ik daar een puntje voor het debat”, zo meldt Van Dorst. Hij doelde hierbij op een andere benadering, waarbij gezegd wordt: mensen zoeken elkaar wel op, maar iedereen wil controle hebben over de mate van interactie. “Het gaat hierbij om de leefbaarheid en controle in jouw sociale omgeving”, aldus Van Dorst. “Er bestaat namelijk ook zoiets als crowding: teveel interactie naar behoefte. De term ‘people go where people are’ is niet alles. Het gaat er ook om dat je mensen de kans geeft elkaar te vermijden.”
People go where people are
Van Dorst wees tevens op het territoriale karakter van de mens. “Dit heeft soms een naar kantje, maar aan de andere kant: good fences, make good neighbours”, zo zegt hij. “Op kleine schaal is territoriaal gedrag bevorderlijk voor relaties.”
Veel huizen bij elkaar maakt nog geen buurt
Dan is het woord aan Ianthe Mantingh, architect bij Zijdekwartier Architecten. Dit architectenbureau is naar eigen zggen altijd op zoek naar wat architectuur voor de mens kan betekenen en houdt zich bezig met het thuisgevoel in de buurt. Mantingh benadrukt dat het belangrijk is om met elkaar stil te staan bij de vraag: wat is nou een buurt? “Want veel huizen bij elkaar is nog geen buurt”, aldus Mantingh. “Elke stad, waar dan ook ter wereld, is ontstaan omdat mensen elkaar wilden ontmoeten. Dat is het wezen van de stad.”
De theorie van Mantingh is dat het bij bouwen niet gaat om de huizen, maar om de ruimte tussen de huizen. Mantingh: “In die ruimte ontmoeten mensen elkaar.” Volgens Mantingh is een ontmoeting van belang, omdat alleen zo een stukje samenleving kan ontstaan. “Tachtig procent van de ontmoetingen tussen buren gebeurt op de stoep bij de voordeur. Vanuit daar kun je voortborduren op het contact.” Maar hoe doe je dit bijvoorbeeld bij een galerij in een flat? Mantingh: “Onder meer door deze breder te maken. Maak de galerij de straat waaraan je leeft.”
Mensen willen elkaar ontmoeten: dat is het wezen van de stad.
Leer je buur eens kennen
Van der Straaten vroeg de aanwezigen in gesprek te gaan met elkaar over het vraagstuk: wat is nou een sociale en leefbare stad? De opdracht werd enthousiast opgepakt en ontaardde al snel in een zaal vol geroezemoes. Vervolgens namen alle drie de sprekers van de avond plaats aan een tafel voor in de zaal, om met elkaar en het publiek het gesprek aan te gaan. Ook Rudolf van Ee, redactielid van RAP Leiden en stedenbouwkundige bij de gemeente Katwijk, schoof hierbij aan. Stadscafé eindigde zo met veel discussie en een levendig, inhuoudelijk gesprek, zoals het hoort.
5000 woningen in Valkenburg
Van Ee werd deze avond voornamelijk aangesproken op de grootse bouwplannen in Valkenburg, waar gemeente Katwijk de komende jaren 5000 woningen wil realiseren op het voormalig vliegkamp. Zo vroeg Van der Straaten zich af of er hierbij ook gewerkt wordt aan een sociaal Valkenburg. Van Ee: “Absoluut. We kijken momenteel naar de ontwikkeling van de buurten en houden hierbij de oudere wijken in bijvoorbeeld Katwijk aan Zee aan als voorbeeld. In deze buurten vind je nog de collectieve waarde, de DNA van het dorp. Iets wat we in Valkenburg ook willen creëren.”
We kijken momenteel naar de ontwikkeling van de buurten
Een ander ingewikkeld discussiepunt deze avond was de vraag of ook aan hoogbouw een sociaal aantrekkelijke omgeving meegegeven kan worden. Als het aan Van Peijpe ligt is dit een lastige kwestie: “Ik ben er wat somber over als we kijken naar kwaliteit van woningen in dit soort complexen. We zien mooie ideeën voorbij komen, maar de realiteit is dat er weinig mee gebeurt.” Is het dan echt onmogelijk om een sociale leefomgeving te creëren in hoogbouw? Van Dorst denkt van niet: “Een actieve VvE kan veel bijdragen. Beheerders zijn het sociale cement in dit geval.”
Space: the final frontier
Van der Straaten sloot de avond af met nog een laatste vraag aan de experts: “Welke tip kunnen jullie nog meegeven als het gaat om het bouwen van de sociale stad?” Mantingh: “Begin bij de mens, dan pas komt de ruimte en daarna de gebouwen. Bouw steden voor mensen.” Van Peijpe sluit de avond af met de mooie woorden: “Een van de opgaves is niet alleen ruimte te maken, maar soms ook wat ruimte te laten.”
De vraag of er vaste ontwerpregels zijn voor het verdichten van de stad bleef vooralsnog onbeantwoord. Wel zijn we een stap verder gekomen. De inspiratie die op deze avond is opgedaan maakt ons nieuwsgierig naar de volgende editie.
Bent u erbij tijdens het volgende Stadscafé? Op woensdag 25 september praten we verder over het thema ‘Stad zoekt Ruimte’. Wees welkom!