Supervisie blog #5: Rients Dijkstra over het Stationsgebied in Leiden. In deze maandelijkse wissel-column van RAP Leiden, belichten stedebouwkundigen gebieden in de Leidse regio.
Het stedenbouwkundig bureau PosadMaxwan (in die tijd nog Maxwan geheten) leverde in 2012 het stedenbouwkundig plan af dat de basis vormt voor de ontwikkeling van de stationsomgeving van Leiden Centraal. Er zijn, zeven jaar later, nog maar een paar onderdelen van het plan uitgevoerd. De Lorentz is in aanbouw en heeft het hoogste punt bereikt. Er is aan de Bio Science-zijde van het station een goed, enigszins sober stationsplein aangelegd en een deel van de Bargelaan is opnieuw ingericht.
Ik schrik hier niet van. Stedenbouw is een heel erg traag vak. Het masterplan voor Leidsche Rijn bij Utrecht, dat we in 1995 maakten, is bijna een kwart eeuw later nóg niet compleet, al scheelt het niet veel meer. De stad heeft geduld en dat wat gebouwd wordt zal het gebruik en het beeld van de stad decennia lang beïnvloeden. Het gaat er niet om dat er snel of langzaam gebouwd wordt; het gaat erom dat de ontwikkeling van de stad met zorg ter hand genomen wordt en dat huidige én toekomstige bewoners van een goed werkende, aantrekkelijke, toekomstbestendige stad verzekerd zijn.
Ik schrik hier niet van. Stedenbouw is een heel erg traag vak
Het plan voor de Stationsomgeving beloofde – in 2012 – verbindingen tussen het ‘oude Leiden’ (het stadscentrum en omringende buurten) en ‘nieuw Leiden’ (het Bio Science Park waar de schrijver van de Blog #3, Henk Hartzema, supervisor is). En het beloofde levendigheid. Het is goed denkbaar dat het laatste eerder van de grond komt dan het eerste. Het aantrekkelijk maken (en liefst breder maken) van de fietsers- en voetgangersroute door de Joop Walenkamptunnel is een belangrijk onderdeel van ‘De Verbinding’ (zie ook de drie beelden hierboven). Deze bestaat verder uit een logische aansluiting van routes op de vernieuwde Walenkamptunnel; een nieuwe inrichting van het Stationsplein aan de stadszijde; een verbetering van sfeer en inrichting van de Stationsweg en een sprong voorwaarts in de kwaliteit van de onderdoorgangen bij de Plesmanlaan en de Rijnsburgerweg.
Een sprong voorwaarts in de kwaliteit van de onderdoorgangen bij de Plesmanlaan en de Rijnsburgerweg
Alle beelden © PosadMaxwan
De Geus en Lorentz
Aan het Stationsplein zal hopelijk over niet al te lange tijd begonnen worden met de bouw van De Geus, een bioscoop met woningen erboven. De Lorentz en De Geus zullen het plein, gezien door de ogen van hen die de stad met trein of bus binnenkomen, ingrijpend veranderen en daarmee ook het beeld dat men van Leiden heeft. Deze ooit doodse stadsentree zal levendig worden zoals weinig stationspleinen in Nederland. Er zullen honderden mensen gaan wonen en werken en bioscoopbezoekers zullen de horeca en terrassen aan de pleinrand gaan kleuren, ook later op de avond, als de stroom reizigers uit het station langzaam opdroogt.
Opvallend, groen, levendig
Het plan herbergt behalve deze twee opvallende gebouwen ook een aantal minder in het oog springende plannen en projecten. Er komt een rustige binnenstedelijke woonwijk op de plek van het huidige stadskantoor. Het Ballonpad wordt Ballonstraat, een straat met bomen, een hotel en woningen op de begane grond. Het Stationsplein krijgt een total make-over; er komen mooie groene buurtparkjes op de binnenterreinen van het Rijnsburgerblok en op het Morssingelterrein; de daken van nieuwe gebouwen worden groen ingericht; er komt een modern overbouwd busstation op de plek van het huidige ‘openluchtstation’ en de Trafo-locatie wordt op enig moment gevuld met wonen en werken op een steenworp afstand van centrum en station.
Het plan zal in mijn ogen geslaagd zijn als de levendigheid én de verbinding tot stand zijn gekomen, liefst hand in hand, maar als het niet anders kan eerst het één en dan het ander.
Alle beelden © PosadMaxwan
Lees ook
supervisie blog #1
supervisie blog #2
supervisie blog #3
supervisie blog #4