De Leidse Lammenschansdriehoek verandert van een kantorengebied langzaam in een nieuwe stadswijk waar wonen, werken, studeren en recreëren hand in hand gaan. Is het de bruisende wijk aan het worden waar mensen elkaar ontmoeten, verantwoordelijkheid ervaren en hun toekomst samen vormgeven? We bespraken het met tafelgasten Tess Broekmans (hoogleraar Urban Design), Laurens Cramer (directeur DUWO) en architect Floor van Ditzhuyzen, alias Public Space Detective.
Kijk het 32e Stadscafé hier terug.
Het 32e Stadscafé van RAP Leiden vond plaats in – hoe kan het ook anders – de Lammenschansdriehoek. In restaurant Vet Gezond aan het Omegaplein spraken we over de toekomst van de wijk. In de Lammenschansdriehoek zijn de afgelopen jaren 2.500 woningen gerealiseerd. De komende jaren komen hier nog 1.500 woningen bij. Samen met tafelgasten, bewoners, betrokkenen en een heleboel andere Leidenaren bespraken we wat nodig is om een fijn stukje stad te creëren.
Grote afwezige deze avond is Martin Verwoest, die de avond doorgaans inluidt met zijn Stadhuis Talks. In plaats daarvan neemt moderator Pieter van der Straaten ons aan de hand van foto’s mee de Lammenschansdriehoek in. “Het is een onLeidse wijk met ruwe randjes”, aldus Pieter.
Complexiteit van het alledaagse
Hoe kun je met binnenstedelijke herontwikkeling een fijne buurt creëren? We vragen het Tess Broekmans, hoogleraar Urban Design aan de TU Delft. Tijdens haar intreerede een maand geleden sprak zij over ‘De Complexiteit van het Alledaagse’. “De grote transities die we moeten oplossen, zoals de klimaatproblemen, lijken ver weg”, aldus Tess. “Het is belangrijk aandacht teven aan zachte waarden, als de buurteconomie. Die zijn net zo belangrijk als grote transities.”
Maar hoe creëer je een gemeenschapsgevoel? Hoe ontstaat geborgenheid? Tess: “Dat kost tijd. Het wonen in een bouwput, die zo’n nieuwe wijk vaak nog is, is moeilijk.” In nieuwe wijken is diefstal een bekend fenomeen, vertelt ze. Iets wat voorkomt uit een gevoel van anonimiteit. Maar dat wat misgaat kan ook leiden tot saamhorigheid, voegt ze daar aan toe: “Sociale wrijving is ook contact.”
Choreografie van het stadsleven
In haar thesis spreekt Tess over de choreografie van het stadsleven, waarmee we ontwikkelaars en bewoners aan het dansen krijgen. Wat betekent dat? Tess: “Een plan voor ontwikkeling moet ruimte bieden voor het onverwachte en moet kunnen meebewegen met de tijd. Binnen een plan is de stedenbouwer de componist, architecten de musici en bewoners de dansers die de buurt tot leven brengen.” Voor een goede choreografie is het zinvol om toekomstige bewoners al vroeg bij het proces te betrekken vertelt ze. “Zij krijgen soms dingen gerealiseerd die architecten en stedenbouwkundigen niet voor elkaar krijgen.”
Een eerlijk thuis voor studenten
We vervolgen het gesprek met Laurens Cramer, directeur van DUWO Student Housing. DUWO heeft zes panden in de Lammenschansdriehoek, waarin vooral veel zelfstandige studentenstudio’s zijn gerealiseerd. DUWO streeft naar een ‘eerlijk thuis voor iedere student’. Een belangrijk onderdeel hierbij is het bieden van de juiste voorwaarden voor gemeenschapsvorming. Laurens: “In de Lammenschansdriehoek wonen veel studenten zelfstandig. We zijn daarom actief op zoek gegaan naar mogelijkheden voor een ontmoetingsruimte. We hebben een technische ruimte opgeofferd om een ‘community room’ te creëren.” Maar hoe zorg je dat deze ook gebruik wordt? “Dat begint met het aanstellen van een student als beheerder, die als taak heeft er iets van te maken”, aldus Laurens. Om ervoor te zorgen dat de Lammenschansdriehoek een levendig stuk campus wordt, is er momenteel een tweede gemeenschappelijke ruimte in ontwikkeling. Hierbij wordt ook gekeken naar samenwerkingen in de buurt, onder meer met de wijkvereniging en Technolab Leiden. Vanuit de zaal klinkt een goede suggestie voor het versterken van de campus in de wijk: het toevoegen van een universiteitsbibliotheek. Dit voorziet in de behoefte van de universiteit én is direct een sociale voorziening.
Public Space Detective
Samen met architect Floor van Ditzhuyzen nemen we vanavond de openbare ruimte in de Lammenschansdriehoek onder de loep. Als Public Space Detective probeert ze ongewone dingen in de openbare ruimte te duiden en beoordeelt ze plekken door middel van stickers met ‘approved’ en ‘disapproved’. Aan de hand van foto’s neemt ze ons mee in enkele voorbeelden. Want wat een plek ‘prettig’ maakt hangt af van het soort gebied, zegt ze. Als voorbeeld toont ze de bankjes voor de daklozenopvang in Rotterdam. Floor: “Een bankje is hét symbool voor gastvrijheid. Maar de bankjes tegenover de bekende Pauluskerk zijn voorzien van randjes om slapende daklozen weg te houden.” Volgens Floor ongastvrij en dus ‘disapproved’.
Stedelijke gastvrijheid voor mens én dier
In de Lammenschansdriehoek vielen Floor drie zaken op. De eerste is de overgang tussen openbare ruimte en privéterrein. Deze is niet overal even duidelijk, met als doel dat mensen zich de ruimte een beetje toe-eigenen. Er zijn genoeg voorbeelden in de wijk waar dit leuk uitpakt, maar het biedt helaas ook vrijheid om lelijke hekjes en Hartmann-tuinmeubilair te plaatsen, zegt ze. Als tweede punt vallen haar de shared spaces op: plekken waar gebruikers van de openbare ruimte mixen en eigen verantwoordelijkheid hebben in het regelen van de verkeerssituatie. In de Lammenschansdriehoek zijn deze ‘spaces’ te krap opgezet. Het gevolg is dat bewoners bij het verlaten van hun woning nog weleens voor de voeten worden gereden door een fatbike die rakelings langs de voordeur raast. Floor: “Ook de stedelijke gastvrijheid voor flora en fauna kan beter. Zorg dat deze gastvrijheid niet alleen voor mensen is, maar ook voor dieren.” Een manier om dit te realiseren is het toevoegen en verbinden van groen in de wijk.
‘Het gaat langzaam, maar het gaat’
Maar hoe kijken de aanwezigen vanavond naar de Lammenschansdriehoek? Wat is er fijn in dit gebied? Wat kan er beter? Er worden vooral verbeterpunten genoemd. “Het meubilair moet aangepast worden”, zegt iemand. “De lange witte stenen banden nodigen niet uit om te zitten.” Floor begrijpt dit maar al te goed: “Houten bankjes nodigen meer uit. Ook zijn ze een rustpunt, omdat ze een soort eilandjes vormen.” ‘Het is moeilijk mensen bij elkaar te krijgen’, benoemt iemand anders. Een aanwezige medewerker van Incluzio, een organisatie die inwoners in wijken en buurten ondersteunt, beaamt dit. De grote drukte in de Lammenschansdriehoek kan juist leiden tot anonimiteit. Incluzio probeert mensen in de wijk bij elkaar te brengen. ‘Het gaat langzaam, maar het gaat’.
Rust, ruimte & groen
Een bewoner uit De Ananas, een nieuwbouwproject gelegen aan de overkant van de weg, geeft aan geen reden te zien om richting het Omegaplein te bewegen. “Er is hier niets. Geen bakker, geen leuk terras.” Terwijl er deze avond veel gesproken wordt over ontmoetingen in de wijk, een sterker programma en meer winkels in de plint, is er ook een aanwezige die dit heel anders ziet. ‘Hebben mensen wel behoefte aan al die interactie?’, vraagt zij zich af. Ze noemt de omgeving ‘té gemaakt’. Zelf is ze eerder op zoek naar rust, ruimte en groen. Iets wat gevonden kan worden aan de andere kant van het kanaal bij Polderpark Cronesteyn en de gezellige horecagelegenheid Tuin van de smid. Een goede verbinding naar de overkant mist helaas. Jammer, al ziet niet iedere aanwezige een flinke toestroom vanuit de wijk richting Cronesteyn zitten. ‘Ik wil ook gewoon een plek waar ik in stilte kan zijn.’
Zeg eens ‘hoi’
Na een tweede fotoronde, stelt Pieter de afsluitende vraag aan onze tafelgasten: welke tip geven jullie bewoners en gebruikers mee om van dit gebied in ontwikkeling een mooi, levendig stukje stad te maken? Laurens: “Heb geduld. We staan voor een enorme verdichtingsopgave in Leiden en hebben dat hier voor elkaar gekregen. Het kost tijd om een wijk te worden. Maar de eerste stappen zijn gezet. ” Floor pleit voor een lichte vorm van ‘placemaking’ en noemt als voorbeeld het plaatsen van meer picknicktafels. Tess sluit het gesprek af met een tip die we overal kunnen inzetten: “Kijk elkaar aan en zeg ‘hoi’ tegen elkaar op straat”.