Ik heb vorige week meegedaan aan roeiwedstrijden op de Isles of Scilly. We varen in een zogenaamde Cornish pilot gig. Een ranke houten boot die al in de 17e eeuw in de boeken voorkomt. De pilots of loodsen waren nodig in de verraderlijke oceaan ten westen van Lands End en werden via kleine zeilbootjes afgezet op de koopvaardijschepen. Als er geen wind was werd het zeil gestreken en ging men roeien om de loods naar het schip te brengen. Wie het hardst kon roeien kreeg de opdracht. Zo is een sport ontstaan.
Als je dichterbij de boot komt en je hebt bv de prachtig gekromde riem in je handen voel je het handwerk dat er in gestopt is. Dit zijn de plekken waar iemand anders onder het motto “koop een boot werk je dood” uren aan gezaagd, geschaafd, geschuurd en gelakt heeft.
Vandaag hebben we het over ambacht. Bij de term ambachtelijk denk ik aan: handgemaakt, eigen, specifiek, uniek, niet fabrieksmatig, lokaal geïnspireerd, met bijzondere aandacht gemaakt … Waar jarenlange ervaring en overdenking in een product terecht zijn gekomen. Ga er maar aan staan.
Ambacht staat ook voor het metier of vak. Het metier van de architect staat continu onder druk. Deze mensen worden zelden nog gevraagd om een gebouw inclusief meubels te ontwerpen binnen een stedebouwkundig plan van eigen hand, zoals bv Berlage ooit nog wel mocht doen.
Het vak is opgeknipt in mootjes en de architect wordt voor een steeds kleiner deel verantwoordelijk gemaakt. Alles moet namelijk snel.
En dat is precies waar het tegenwoordig wringt. De woningnood is enorm groeiende geweest sinds het Ministerie van VROM is afgeschaft. En met nieuwe vluchtelingenstromen moeten we nog sneller dan eerder gedacht.
En snel kan tegenwoordig beter dan vroeger. Aan de tekentafel tot resultaat komen gaf in het verleden denktijd. Nu hebben we readymades. Uitgedachte concepten – of nog ellendiger: product markt combinaties – voor een paar verschillende veel voorkomende doelgroepen. Waar Zoetermeer nog vol staat met tientallen verschillende soorten interessante grondgebonden woningen kan je de handvol woningplattegronden van nu met je ogen dicht natekenen en weer herhalen. Het is alsof we voor een mobiliteitsprobleem iedereen eenzelfde Volkwagen polo – of was het nu een Trabant – proberen aan te smeren. Een wel heel merkwaardig resultaat van marktwerking!
Nu zijn kant en klaar oplossingen voor allerlei onderdelen van de bouw ook al door de aannemerij doordacht. Makkelijk en geconditioneerd tot stand gebracht in de fabriek en snel stapelbaar op locatie tot gebouw getoverd. En ja, dat heeft zeker voordelen! Het is zelfs niet nieuw, want ook al in de naoorlogse decennia gedaan. Maar waar is de ruimte voor de genius loci?
Beleggende partijen hebben hun standaard plattegrond gereed, geheel afgestemd op het verhuurders puntensysteem. Voordat je het weet wordt de architect slechts ingezet als een soort geveltoerist. En waag het dan niet om een erker of groter balkon te bedenken of om een keer wat extra ruimtelijkheid proberen in te brengen! De minimale maatvoeringen uit het bouwbesluit zijn tegelijk de lat die niet overschreden mag worden.
Waar het er in de schetsfase nog aardig uitzag gaan we richting realisatie optimaliseren. De kwaliteit van materialen wordt teruggebracht en de laatste restjes lucht worden uit de overmaat geperst. Lastige details worden wat lomper vereenvoudigd en moeizaam geïntegreerde onderdelen komen naast of op het complex terecht. De toolbox van de architect wordt langzaam uitgehold tot een reparatiesetje van de Hema.
In het rottigste geval wordt de architect alleen geconsulteerd voor het schetsontwerp om het daarna over te dragen aan de aannemer. Een beetje toezien rest dan nog. Niks om de levensduur te verlengen, maar alleen maar om de eindstreep van realisatie (zo snel mogelijk) te behalen.
Waar in het buitenland volwaardige uurlonen betaald worden is deze beroepsgroep afgedaald naar een gemiddeld adviseurschap. Alles ademt: We don’t care!
Moeten we het dan maar proberen zonder die machtige vastgoed partijen, waar risicomijding hoog en waardeontwikkeling laag op de agenda staan?
Zelfbouw maakt mogelijk dat ieder z’n droom kan vervullen. Uitmuntend ontworpen en met zorg in elkaar gezet maar met regelmaat ook een resultaat van niet bij elkaar passende ideeën en met te weinig skills tot een einde gebracht. Dromen kunnen blijkbaar ook uitmonden in nachtmerries. De generaties erna hebben het nakijken.
Voormalig stadsbouwmeester van Groningen, Jeroen de Willigen, quote in een vorige bijeenkomst architect David Chipperfield: “Het verschil tussen goede en slechte architectuur is de tijd die er in gestopt is”.
Ik heb groot respect voor vastgoedontwikkelaars die buiten de eerder genoemde paden hun weg zoeken. En vooral voor de architecten die het lukt in dit speelveld tot gedegen resultaat te komen. Die de finesses van het vak in de vingers hebben. Weten waar ze hard op moeten sturen en waar de onderhandelingsruimte zit. Die iets eigens aan een opdracht kunnen toevoegen dat van wezenlijke waarde van de gebruikers en de omgeving wordt. Die een platte vraag kunnen omzetten naar een poëtisch antwoord.
Die gebouwen laten ontstaan waar kunde en kunst samen komen. Waar dierbaarheid en emotie aan gekoppeld worden. Waar je verliefd op kan worden en dan bedoel ik niet alleen het uiterlijk, maar ook het gebruik.
Details, objecten, ruimtes en locaties waar je naar terug verlangt als je er geweest bent.
De “Shah” is een van de oudste boten die aan de roeiwedstrijden meedeed. Deze gig is in 1873 gebouwd. Het uitgekiende ontwerp, dat stabiliteit brengt tussen stevige deining. De aanpasbaarheid en repareerbaarheid met materiaal dat alom aanwezig is, duurzaam en toekomstgericht. De eenvoud van het geheel en tegelijk de schoonheid heeft voor een up to date bootje gezorgd. Zo’n boot gaat bij goed onderhoud nog eeuwen mee en geeft een leven lang plezier!
Dat tot stand brengen is het resultaat van ambachtelijk werk.
Martin verwoest 11 mei 2022