Michiel Riedijk is architect en eigenaar van het Rotterdamse architectenbureau Neutelings Riedijk Architects. Met een waanzinnig uitzicht over Rotterdam op de achtergrond gingen we met hem in gesprek over Naturalis, tijdelijke gemeenschappen in publieke gebouwen, hoe ons denken over privacy cultureel bepaald is en onder- en overdimensionering.
Michiel Riedijk (Neutelings Riedijk Architects)
“Een museum is gemeenschapsbezit”
Naturalis: de ‘eyecatcher’ van het Bio Science Park
In 2019 werd museum Naturalis na een grondige renovatie van tweeënhalf jaar opgeleverd. Sindsdien is Naturalis dé blikvanger binnen het Leiden Bio Science Park. Dankzij de kenmerkende uitstraling vormt het museumgebouw een enorm contrast met omliggende gebouwen. Van binnen valt Naturalis op door haar – voor Nederlandse musea ongebruikelijke – grootsheid. Met die grootsheid laat Michiel Riedijk, architect van het nieuwe Naturalis, zien dat onderdimensionering in de Nederlandse museumwereld niet de standaard hoeft te zijn.
De rol van cultuur in de architectuur
Hoe wordt het aspect ‘beweging’ meegenomen bij het ontwerpen van een museumgebouw als Naturalis? En welke zaken hebben daar invloed op? Volgens Michiel begint het met cultuur: “Bewegen en de manier waarop we elkaar tegemoet treden in de maatschappij is heel erg cultureel bepaald. Er is een maatschappelijke ontwikkeling geweest, waarbij we ons anders zijn gaan verhouden tot elkaars lichaam en wat we hierin passend vinden. Ons gevoel voor schaamte is toegenomen. We hechten meer aan privacy en zijn voorzichtiger geworden in hoe we ons voortbewegen in de publieke ruimte.” Wat betekent dit voor de architectuur? Michiel: “Dat het verschijnen in publieke gebouwen als Naturalis een moment is geworden waar emoties van kwetsbaarheid en glorieuze zelfovertuiging elkaar tegenkomen. In die openbare ruimte zal je je gaan verhouden tot anderen.”
Overdimensionering
De centrale hal van Naturalis is imposant. “Wij maken altijd alles groot”, zegt Michiel. “Naturalis heeft een grote hal en brede trappen. De overdimensionering die we in Naturalis gebruikt hebben, maakt de doorstroom hier anders dan in andere musea.” Ondanks deze overdimensionering overheerst in de hal een warm gevoel. “De centrale hal is het plein. In de omloop hiervan vind je bankjes, toegang tot de laboratoria en kantoren, de lockers en toiletten etc.”, legt Michiel uit. Het is deze omloop die maakt dat er een spanning ontstaat tussen privacy aan de rand en verschijnen op het plein. Maar waar komt dat gevoel van geborgenheid, dat je niet direct verwacht in zo’n grote hal, vandaan? Michiel”: “Terwijl de hal grandeur heeft, bieden de trappen geborgenheid. Het zijn luie trappen waarover je – als het ware – omhoog kunt schrijden. Dit hebben we gedaan om – zonder dat men zich ervan bewust is – invloed te hebben op hoe iemand zich presenteert in de ruimte. Zo vormen de trappen in Naturalis een soort podium. Zo’n trappenstelsel is een manier om in de ruimte te verschijnen en er gezamenlijk te zijn, op een manier dat je elkaar kunt ontmoeten.”
Een tijdelijk collectief
Michiel: “Een gebouw creëert een soort tijdelijke gemeenschap. De bezoekers van een gebouw vormen een tijdelijk collectief.” Dit gegeven is iets dat wordt meegenomen in het ontwerp van een gebouw legt hij uit. Naast het culturele niveau dat hierbij komt kijken (willen we opvallen of juist niet), speelt ook de vraag ‘hoe geef je vorm aan die tijdelijke gemeenschap in zo’n gebouw?’ een rol. Als derde punt spelen – als vanzelfsprekend – de architectonische middelen mee. “De keuzes die je maakt als architect, maak je op basis van de functie van het gebouw. In dit geval Naturalis. Maar eigenlijk vind ik dat dit soort overwegingen voor alle publieke gebouwen zouden moeten gelden.”
De gang als bevrijding
Bezoekers van Naturalis kunnen zich vrij bewegen. Zij kiezen zelf hun route en welke zalen ze wel of niet aandoen tijdens een bezoek. Dat dit mogelijk is heeft te maken met het gebruik van gangen in het ontwerp, vertelt Michiel. Het ontstaan van de gang hangt ook samen met culturele veranderingen. Want waar vroeger alle kamers direct met elkaar verbonden waren, creëerden gevoelens als privacy en schaamte de ‘noodzaak’ een dergelijk iets te ontwerpen. Een plek die de ene kamer afsluit van de ander. Een goede ontwikkeling? In het geval van Naturalis wel vindt Michiel: “In veel musea zit een bepaalde mate van dwang. Ruimtes zijn aaneengeschakeld en de bezoeker loopt een vooraf bepaalde route. In het geval van Naturalis is de gang een soort bevrijding. Je hoeft als bezoeker niet alle ruimtes door. Je kunt iets overslaan. De bewegingsvrijheid die dit geeft stimuleert ontdekken.”
Naturalis als verbindingselement tussen Bio Science Park en binnenstad
Wat opvalt is dat Naturalis twee ingangen heeft, één aan de stationszijde en één aan de Bio Science Park-zijde. Een bewuste keuze zo zegt Michiel. “Het is allereerst een praktische keuze geweest. Het is de bedoeling dat Naturalis de verbinding maakt met het achterliggende gedeelte van het Bio Science Park. Op termijn is het de bedoeling dat je vanaf de stationszijde door Naturalis heenloopt en in een park terecht komt dat een schakel is naar de rest van het Bio Science Park. Het is onderdeel van de herstructurering van het gebied. Daarnaast was het een ideologische keuze. Een museum is gemeenschapsbezit. Dat moet een museumgebouw ook uitstralen. Daarbij is vrij kunnen bewegen een democratisch recht. Naturalis is een openbaar gebouw en met deze twee ingangen kun je zonder betaaldrempel door de hal bewegen en de souvenirwinkel en het restaurant bereiken. Een museum is tenslotte van ons allemaal.”
Met People Flow onderzoeken RAP Leiden en Dance Company The Kitchen bewegingsstromen in de stad. Hoe bewegen mensen zich binnen gebouwen en in de openbare ruimte? Welke interventies kun je inzetten om die bewegingen te sturen en hoe stimuleren die interventies ontmoeting of verwijdering? Om nieuwe en verrassende inzichten te krijgen gaan RAP Leiden en The Kitchen in gesprek met stedenbouwers en architecten.