Sinds de oprichting in 1906 is het Leidse filiaal van Vroom & Dreesman gevestigd tussen Aalmarkt en Breestraat. Aanvankelijk huisde het in een aantal voor het doel aangepaste panden. Omstreeks 1930 bleken deze te klein en werd de Leidse architect Jan van der Laan gevraagd de nieuwbouw te ontwerpen.

Van der Laan tekende een gebouw dat weliswaar omvangrijk en opvallend is, maar niet scherp afsteekt tegen de omgeving. Dit is te danken aan het gebruik van bak- en natuursteen in de gevel, het zadeldak en het terugwijken van de bovenste verdieping. Hierdoor lijkt het gebouw lager dan het is. Het verschil in bodemhoogte tussen Maarsmansteeg en Mandenmakerssteeg is in het interieur vereffend, terwijl aan de buitenzijde een reeks van telkens hogere etalages is aangebracht. Doordat de etalageruiten enkel gescheiden worden door granieten zuilen, oogt de begane grond transparant en wordt de indruk van een kolos vermeden.
Van het oorspronkelijke interieur bleef alleen het trappenhuis aan de zijde van de Waag bewaard. Dit trappenhuis bevat gebrandschilderde ramen van de Limburgse glazenier Joep Nicolas. Ze tonen de ambitie van V&D om welvaart en welzijn te verhogen. Op de hoek laten de gebeeldhouwde reliëfs van ouders en kinderen nog een andere ambitie zien: V&D wil er zijn voor het hele gezin. In 2012-14 werd het interieur gerenoveerd naar ontwerp van Kentie en Partners Architecten.