Excellente hoogbouw: wat is het? Wat voor samenwerking is er nodig om tot excellente hoogbouw te komen? Hoe borg je kwaliteit? Onder leiding van Pieter van der Straaten gingen we erover in gesprek met Bianca Seekles, Bart Akkerhuis en Jeroen de Willigen. Het 22e Stadscafé, dat op woensdag 9 februari plaatsvond in PLNT Leiden, was ook te volgen via een livestream.
Leiden is dit jaar Leiden European City of Science. Om die reden is er aan alle dagen van 2022 een thema toegekend. Het thema van 9 februari: hoogbouw. Een onderwerp waar veel over te doen is. Want dat hoogbouw een antwoord is op de verdichtingsopgave, is bekend. Maar hoe we op die hoogte excellente architectuur realiseren, voor toekomstige bewoners én voor inwoners van de stad, daar valt veel over te zeggen. Dat deden we dan ook tijdens dit 22e Stadscafé met als thema: Excellente Architectuur schiet Omhoog.
Van gevelkop tot deurknop
Traditiegetrouw opent Martin Verwoest het Stadscafé met zijn Stadhuis Talks, waarin hij dit keer ingaat op het toevoegen van waarde aan de stad. Martin: “Stadstransformaties vinden plaats om de hoek bij Mien en in de achtertuin van Abdul. We bouwen in hogere dichtheid dan ooit en dat leidt met regelmaat tot hogere gebouwen. Hogere gebouwen zien we van grote afstand en hebben een impact op de dagelijkse leefomgeving van veel mensen.” Gebouwen moeten waarde toevoegen aan de stad, zo vindt Martin. “Gebouwen dienen het oog te plezieren, van welke afstand je ook kijkt. Van geveltop tot deurknop. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat we met de plekken die we ontwikkelen waarde toevoegen aan de stad.” Volgens Martin staat het proces van architecten onder druk. Architecten moeten worden uitgedaagd en ruimte krijgen. Hij sluit dan ook af met een treffende quote van John Cleese: “If you want creative workers, you must give them time to play.”
Een goede programmering leidt tot succes
“Het maaiveld waarin hoogbouw landt, is wat het excellent maakt”, aldus Bianca Seekles van ERA Contour. “Hoe zorg je dat het op maaiveldniveau gaat leven?”, vraagt Pieter. Voor een antwoord refereert Bianca aan het hoogbouwproject Little C in de Rotterdamse Coolhaven, een project van ERA Contour. Bij dit complex van maar liefst 1 hectare groot is goed nagedacht over het maaiveld. Bianca: “We hebben heel veel aandacht besteed aan de inrichting van de openbare ruimte, de grootte van de pleintjes en de breedte van de straten. En we hebben gezocht naar een goede invulling van de plint.” Ook een goede overgang van de woningen naar het openbaar gebied is van belang geeft ze aan. Het succes van gebouw zit ‘m wat haar betreft in een goede programmering. Zoals een mix van wonen en niet wonen in de plint en het voorkomen van, bijvoorbeeld, rolluiken aan de buitenkant. Het is belangrijk om essenties te bepalen en hieraan vast te houden, zegt Bianca.
Compositie van hoogbouw in het stadszicht
Als iemand iets af weet van excellente hoogbouw is het Bart Akkerhuis, eigenaar en architect bij Studio Akkerhuis. Met zijn betrokkenheid bij projecten als The Shard in Londen en het Paris Courthouse in Parijs heeft hij zijn sporen meer dan verdiend in de wereld van de hoogbouw. Momenteel werkt hij met Studio Akkerhuis aan de herontwikkeling van de historische Meelfabriek in Leiden. Bart: “Wat hoogbouw excellent maakt is de compositie in het stadsaanzicht.” Het is iets waar Studio Akkerhuis zich bij de Meelfabriek dan ook goed in verdiept heeft. “Je bent beeldhouwer van het stadslandschap”, zegt hij. Maar hoe ga je om met de rol die een gebouw in sociaal en maatschappelijk opzicht speelt in een stad? Bart benadrukt, net als Bianca eerder, dat hierbij een goed ingerichte plint een grote rol speelt. Ook moet hoogbouw flexibel zijn, zegt hij. Bijvoorbeeld door een iets grotere vrije verdiepingshoogte te maken in een gebouw, zoals gedaan is bij de Meelfabriek. Dit houdt een gebouw flexibel om in de toekomst ruimte te bieden aan een andere gebruiksfunctie. Je bent onderdeel van de geschiedenis en slechts verantwoordelijk voor een schakel in een langere historische ketting, zo zegt hij.
Hoogbouw in de historische stad
“Ik heb een complexe relatie met hoogbouw”, zegt Jeroen de Willigen, voormalig stadsbouwmeester van Groningen en creatief directeur bij De Zwarte Hond. Als reden hiervoor noemt hij de vaak ontbrekende urgentie bij hoogbouw. Jeroen: “Excellente hoogbouw is hoogbouw die zo vanzelfsprekend is dat echt iedereen snapt dat het hoog moet.” Een van de dingen die hoogbouw excellent maken, en dan met name hoogbouw in een historische stad, is volgens Jeroen een publieke functie. “Zorg dat het een gebouw wordt van iedereen”, benadrukt hij. “Als je hoogte toevoegt aan een historische stad, dan moet je kijken hoe je het publiek kan maken en onderdeel kan laten zijn van de stad.”
Bijzonder zonder zich te vervreemden
“Is er een manier om architectuur te laten aansluiten bij een stad?”. Een vraag die Pieter de gasten voorlegt. Hiermee doelt hij vooral op architectuur in historische steden. “Het is buitengewoon complex om dat op een goede manier te doen. Er is geen truc voor”, zegt Jeroen. Hij haalt een uitspraak aan van David Chipperfield, een van de bekendste architecten ter wereld: “Het verschil tussen goede en slechte architectuur is de tijd die je eraan besteedt.” Iets waar alle gasten het mee eens zijn. Volgens Jeroen is er veel tijd nodig om te studeren en bestuderen. Zo kom je tot iets wat zowel opgaat in de stad als opvalt. Jeroen: “Iets wat bijzonder is, zonder dat het zich van de stad vervreemdt.”
De saladegevel
En hoe zit het met die artist impressions waarop gevels vol weelderig groen te zien zijn? Is dat een manier om tot excellente hoogbouw te komen? Jeroen: “Beter één boom op het maaiveld dan tien in de lucht.” De uitspraak wordt door de aanwezigen met veel gelach ontvangen. Bart is ook geen fan van ‘salade op de gevel’, maar geeft aan dat groen in sommige gevallen wel goed kan werken bij hoogbouw. Als voorbeeld haalt hij het Paris Courthouse aan, waar op drie niveaus tuinen zijn aangelegd voor de gebruikers van het gebouw. Ook Bianca heeft moeite met de ‘gevels vol salade’. “Doe wat minder, maar doe het goed”, zegt ze.
Het hoeft niet altijd zo hoog
Hoogbouw roept al snel spanning op bij inwoners van een stad. Ook dit is te herleiden naar de urgentie volgens Jeroen. “Het hoeft niet altijd zo hoog. Met een hoogte tot 70 meter is er al zoveel dichtheid te behalen”, bepleit hij. “Ik zeg niet dat het nooit hoger mag zijn. Maar denk na over ‘waarom’ je dat wilt.” Wat maakt 70 meter de magische grens? Dat heeft volgens de gasten vooral te maken met de eisen waaraan een gebouw vanaf 70 meter moet voldoen. Jeroen: “Hoger maakt het veel complexer.”
Aandacht, zorgvuldigheid en vakmanschap
Hoe zorg je voor kwaliteit in hoogbouw, zonder veel repetitie en een saai resultaat? Een van de vragen uit de zaal. De steller ervan geeft aan in de hoogbouw van de jaren ’70 en ’80 weinig variatie te bespeuren. ‘Hoe voorkomen we dat er in onze stad hoogbouw wordt neergezet waar we later spijt van hebben?’, luidt een andere vraag. Het antwoord op beide vragen zit ‘m volgens de drie gasten in drie dingen: aandacht, zorgvuldigheid en vakmanschap. Het gaat om het vinden van de juiste partij bij de juiste opdracht. Alle drie zijn ze het erover eens dat wanneer geld de hoofdrol speelt, een excellent resultaat niet gegarandeerd is. “Je moet sociale cohesie in de stad ook verticaal creëren. Maak iets waarmee je plekken creëert voor de bevolking, creëer geen anonimiteit”, zegt Bart. Bianca voegt daaraan toe: “Je moet zien dat iets met liefde gemaakt is.” Maar hoe vind je als opdrachtgever die architect die er liefde in legt? “Heel goed scouten”, aldus Jeroen. “Investeren in elkaar”, voegt Bianca toe. “Je moet het met elkaar willen doen.”
In het kader van de gemeenteraadsverkiezingen in maart organiseert RAP Leiden op woensdagavond 9 maart het RAP Verkiezingsdebat. Aanmelden voor dit 23e Stadscafé kan via dit aanmeldformulier.