Het Buitenhuis
Genomineerd voor de RAP architectuurprijs 2019
Mirck Architecture
Anoniem
2018
Katja Effting
Zoeterwoude, Nederland
Uitzicht en zon hebben veel invloed gekregen op een bijzonder dijkhuis in het Groene Hart. Door het vele uitzicht en het vele daglicht voelt de binnenruimte als onderdeel van het landschap. Buiten voegen de gebouwvorm en het gevelmateriaal – donkerbruin corten staal – zich ook naar het gevarieerde polderlandschap.
Een hoogleraar zoekt een plek waar hij optimaal kan wonen en werken. Kansrijke locaties analyseert hij met Mirck Architecture. De jarenlange zoektocht eindigt op een rustige dijk in het Groene Hart met subliem uitzicht.
Interieur
De woonwerkruimte is bovendijks, vrij indeelbaar en gericht op het mooiste deel van het landschap: een vloerveld van circa 9 bij 9 meter in een zuidwestelijk panorama. Het vele daglicht in de binnenruimte – ook diffuus via het daklicht – versterkt de relatie met het landschap.
Het woonkeukengedeelte op het noorden biedt via schuifpui en glasdak zicht op de hemelkoepel. Het ochtendlicht draagt bij aan comfortabel ontwaken. Een mat daklicht verenigt dit hoge noorden met het wijdse zuiden, zowel in vormgeving als in licht.
De slaapkamer onttrekt zich hieraan en is met een schuifpui gedraaid richting de ondergaande zon. Vanuit het bed geeft een panoramaraam zicht op het natuurgebied aan de overzijde van het water. Een eikenhouten achterwand verbergt kasten en een badkamer.
De entree van het huis ligt aan de polderzijde, aan het einde van de oprijlaan. Een eikenhouten ontvangstruimte geeft toegang tot het hart van de woonruimte. Een luie trap daalt af naar een benedenverdieping van schoonbeton met verrassende openingen in de dijk.
Exterieur
Het Groene Hart kent hier veel cultuurhistorische waarde. De verplichte enkelvormige kap en lokale materialen bewogen mee in het ontwerpproces. Het volume heeft een huid van krachtig Corten staal, met accenten van spiegelglas en zwarthout. Door de vorm en het materiaal gaat het huis ondanks de hoge ligging op in het gevarieerde polderlandschap.
Op de plek van het buitenhuis stond een vervallen wit huisje, dat de dijkgraaf er 60 jaar geleden buitendijks had laten bouwen. Door een noodzakelijke dijkverzwaring kon nieuwbouw bij hoge uitzondering onderdeel worden van de regionale waterkering.
Aan de waterzijde glooit de grasdijk vlak voor het huis langs. Aan de polderzijde klimt de tuin ruim twee meter omhoog naar dijkniveau. Het hoogteverschil tussen dijk en polder is benadrukt in tuin en huis. Achter een border op de zuidhoek ligt een verrassende opening in de dijk. Via dit windluwe terras heeft de benedenverdieping licht en uitzicht op de lage polder.