Wintertuin Hortus – 2000
Universiteit Leiden
2000
LAFV, Bierman Henket
Rapenburg 73, 2311 Leiden, Nederland
Het bureau van architect Hubert-Jan Henket, bekend van de renovatie en uitbreiding van museum De Fundatie in Zwolle, ontwierp in de jaren 1998-’99 voor de Leidse Hortus Botanicus een kas voor planten die ’s winters binnen moeten staan: de Wintertuin.
In de kas zijn ook het entreegedeelte met winkel, een educatieruimte en een grand café ondergebracht. Deze bevinden zich in het betonnen bouwvolume in de westelijke helft van het gebouw. Doordat de drie bouwlagen van dit volume ten opzichte van elkaar verspringen ontstaan tribunes, ieder voor een andere plantensoort. Direct onder de nok hangt over de gehele lengte een galerij waarop de collectie vleesetende planten te zien is. Op deze plaats zijn licht en warmte maximaal voor deze plantensoort.
Drie buisconstructies, die op schragen lijken, ondersteunen de galerij vanaf de grond. In combinatie met het zigzaggende dakprofiel geven deze constructies een decoratieve tekening aan het gebouw. Voor de klimaatbeheersing zijn delen van het dak en van de wanden te openen. Daarnaast is het hele dak aan de binnenkant voorzien van uit te rollen zonweringen. Aan de zuidkant heeft de kas schuifdeuren om de planten naar binnen te kunnen brengen.
Als eerste directeur stelde de Universiteit Leiden de beroemde botanicus Carolus Clusius aan. Hij richtte in 1594 de Hortus in en introduceerde gewassen uit de hele wereld. De tuin was oorspronkelijk bedoeld voor studenten geneeskunde, om er geneeskrachtige planten te bestuderen – en nog steeds brengen reislustige onderzoekers planten mee voor wetenschappelijk onderzoek.
Daarnaast was de Hortus vanaf het begin al opengesteld voor publiek; een uitzondering in die tijd. Bezoekers waanden zich in een andere wereld, zonder zelf verre reizen te maken. Een van de huidige specialiteiten, plantensoorten uit het Oost-Aziatisch gebied, begon met de collectie van Philipp Franz von Siebold. Deze Duitse arts en verzamelaar bracht in de negentiende eeuw uit Japan maar liefst zevenhonderd, voor Nederland nieuwe, plantensoorten mee.
In de negentiende eeuw kreeg de Hortus verschillende nieuwe kassen. In één daarvan, de Victoriakas, bloeide in 1872 voor het eerst de beroemde reuzenwaterlelie die in 1801 in het Amazonegebied in Brazilië was ontdekt. Deze lelie wordt ieder jaar opnieuw uitgezaaid. Nog steeds is het een van de vele exotische planten die u kunt bewonderen, zonder dat u het vliegtuig in hoeft te stappen. Wist u dat plantensoorten grote afstanden kunnen afleggen? Insecten, wind en vogels transporteren stuifmeel en bezorgen zaden een verre reis.