Onlangs bereikte ons het droevige nieuws dat Hans Bik op 75-jarige leeftijd is overleden. Tijd voor een terugblik op het ontstaan van RAP Leiden en zijn rol daarin. Dankjewel Hans, en rust zacht.
Rond het jaar 2000 floreerde het landschap van lokale architectuurcentra in Nederland. Iedere zichzelf respecterende stad, van Deventer tot Heerlen, had een centrum waar met grote regelmaat gedebatteerd werd over architectuur, tentoonstellingen werden samengesteld, excursies en festivals werden georganiseerd, kortom waar architectuur gevierd werd. Zo ook in Leiden. Het Rijnlands Architectuur Platform, voortgekomen uit het Leids Architektenkafe, een genootschap voor vakgenoten, maakte een professionaliseringsslag. Van een voorzichtige start op zijn bureau Bik + Mulder Architecten aan de Rijnsburgerweg, via een enkele kamer op de Breestraat verhuisde het RAP in 2002 naar de Blonk-garage in de Nieuwstraat. Met 12 openslaande deuren naar het Hooglandsekerkplein was RAP klaar voor het grote publiek.
Hans Bik vormde samen met collega-architect Reinier Verbeek het dagelijks bestuur. Iedere maandagmorgen was Hans daar -steevast in lamswollen trui en montuurloze architectenbril- stipt om 9.00 uur voor het overleg met de twee coördinatoren. Coördinator Mechteld van Zon blikt terug: “Hans was heel vriendelijk en bleef altijd optimistisch, hoe vervelend een situatie ook was. Financieel was het bijvoorbeeld vaak best spannend. Hij sprak zich niet snel kritisch uit over dingen, was geen trekker of iemand met gekke ideeën, maar hij was wel altijd ondersteunend aanwezig.” Reinier vult aan: “Hans was iemand die mensen op hun gemak kon stellen, vertrouwen kon geven én krijgen. Hij kon het goed met mij vinden, als activistisch en principieel architect, en we trokken samen op. Aan de andere kant van het spectrum kon hij ook met projectontwikkelaars door een deur.”
Het was de tijd van de Vinex-bouwopgaven, die de gehele bouwsector geen windeieren had gelegd. De grote architectenbureaus trakteerden hun personeel op verre buitenlandse excursies en droegen in geldelijke dan wel organisatorische zin bij aan de architectuurcentra. Op de nieuwe locatie, in bruikleen van de gemeente Leiden, moest verbouwd worden. Er kwam een plan voor een tentoonstellingszaal. Aannemers sponsorden bouwmateriaal, vrijwilligers sloopten en bouwden in de avonduren en er kwam een enorme felblauwe neonletter A op het dak.
De architecten droegen op hun eigen wijze bij aan de verbouwing. Coördinator Marit Geluk: “Kees Lau initieerde met Hans Bik het plan om onder vakgenoten geld in te zamelen om architectonisch verantwoord meubilair aan te schaffen. Dankzij de charmes van Hans en Kees was het geld binnen no time bij elkaar. En zo opende in juni 2003 in aanwezigheid van honderden mensen, mét nieuwe tafels en stoelen het RAP Architectuurcentrum.”
De letter A werd daags na het openingsfeest van het dak getakeld. Door het tomeloze enthousiasme van alle betrokkenen was verzuimd om er een vergunning voor aan te vragen …