Hoe ziet het station van de toekomst eruit? Tijdens het 26e Stadscafé gingen we met publiek en onze gasten in gesprek over de ambities voor het nieuwe Leiden Centraal Station. De avond vond plaats in PLNT Leiden en was te volgen via een livestream.
Hoe maken we van Leiden CS een plek van verbinding? Een plek waar mensen graag verblijven en elkaar ontmoeten. Een hoogwaardig OV-knooppunt dat de oude stad verbindt met het Bio Science Park. We doken in dit vraagstuk met onze gasten Andries Geerse (WeLoveTheCity), Fiona de Vos (Studio dVO) en Miguel Loos (Bureau Spoorbouwmeester).
Een enorm wasrek
In zijn vaste rubriek vertelt Martin Verwoest over zijn eerste Interrail-avontuur op 18-jarige leeftijd. Tijdens deze reis doet hij stations aan in onder meer Kopenhagen, Milaan en Lissabon. Volgens Martin het beste te omschrijven als ‘ontmoetingsplaatsen van culturen die een overweldigende ervaring boden’. “Stations hebben sindsdien een bijzondere aantrekkingskracht op me”. Martin neemt ons mee in de geschiedenis van Leiden Centraal en deelt de mening die hij in 1996 had over het toen recent vernieuwde Leiden CS: “Een enorm wasrek, weinig passend voor de stad en een poging van houvast in een zee van troosteloosheid.” Kijkend naar vandaag de dag concludeert hij dat de gebreken van het huidige stationscomplex door de transformerende stationsomgeving naar boven zullen komen. “Kunnen we met dit station de toekomst in?”, vraagt hij zich hardop af. “Laten we het definitieve station voor Leiden realiseren en niet een volgend station in een rij van nog meer.”
Stad als podium
Door met aandacht voor People Flow, een project waarmee RAP Leiden en Dance Company The Kitchen bewegingsstromen in de stad onderzoeken. Leiden Centraal kon hierbij niet ontbreken als onderzoekslocatie. Jamie de Groot, choreograaf en componist van het interdisciplinaire dansgezelschap, vertelt ons meer over dit zogenaamde ‘chapter’ op Leiden CS. Jamie: “Als choreograaf kijk ik naar hoe mensen in de ruimte staan, hoe ze bewegen van A naar B.” Tijdens het traject van People Flow viel het hem op dat zijn visie vaak niet afwijkt van die van de architecten en stedenbouwkundigen die hij tijdens het traject sprak. Jamie: “Als choreograaf ben ik geïnteresseerd in locatietheater om te kijken of je een plek een andere functie kunt geven of kunt uitvergroten. In dit project was de stad het podium. Op Leiden CS hebben we een gezette improvisatie gedaan. Hierbij werden het optreden en het station geïntegreerd.” Dit optreden, dat onderdeel was van het evenement RAP en Route, is vastgelegd op video.
Het station als rustpunt
“Ik heb altijd het idee dat in Leiden mensen meer haast hebben dan op andere stations, zegt Andries Geerse, stedenbouwkundige en directeur bij WeLoveTheCity. Al vijftien jaar is Andries betrokken bij de transformatie van station Amsterdam Amstel: het eerste station dat ontworpen is vanuit logistieke stromen. Het Amstel-station dankt zijn bestaansrecht volgens Andries aan twee dingen: de overstap van de trein naar de metro en de populariteit bij fietsers. Hoewel men de reizigersstromen op deze locatie wilde afbouwen, groeiden deze de afgelopen jaren juist. Als een oorzaak hiervoor noemt Andries de e-bike, die het vanggebied van het station vergroot heeft. Andries: “Mensen uit IJburg fietsen zelfs naar dit station.” Volgens Andries is de ontwerpagenda voor stations door de jaren heen veranderd. Wandelaars en fietsers zijn bijvoorbeeld een stuk belangrijker geworden. Verder pleit hij voor het creëren van rust rondom stations. Waar bij station Amstel bijvoorbeeld eerst werd ingezet op ‘druk en levendig’, verschoof dit gaandeweg het project naar ‘het station als rustpunt’. “Een gevecht met jezelf”, aldus Andries. “Als ontwerper wil je meestal te veel.”
Meer dan een transitieplek
Als omgevingspsycholoog houdt Fiona de Vos (studio dVO) zich bezig met de interactie tussen de gebouwde omgeving en de mens. Fiona: “Door naar de beleving, waarneming en het gedrag van de mens te kijken kun je bewustere keuzes maken in het ontwerpproces.” Aan de hand van enkele afbeeldingen van Nederlandse en internationale stations laat zij ons zien hoe een station meer kan zijn dan enkel een transitieplek. Een station dat volgens Fiona goed omgaat met alle bewegingsstromen is Grand Central Station in New York. ‘Public ballet’ is de term die zij hierop van toepassing vindt: zoveel mensen in zo’n ruimte, die om elkaar heen draaien en niet tegen elkaar aanbotsen. Fiona: “Er is massastroom en toch biedt dit station heel veel mogelijkheden om te verblijven.” Een voorbeeld waar we iets mee kunnen. Ook belangrijk volgens Fiona: ‘keuze & controle’. Keuzemogelijkheden geven mensen een gevoel van controle, dus daar moet je naar op zoek. Ook zegt ze: “Mensen komen als er iets van betekenis is voor hen.” Als voorbeeld licht ze het station van Lausanne uit, waar oplaadpunten voor elektronica in de banken zijn gemaakt. Verder benadrukt ze dat mensen moeten worden verleid om ergens te willen zijn.
Tsunami van vastgoedontwikkeling
Miguel Loos, is architect en senior adviseur bij Bureau Spoorbouwmeester, dat verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van vormgevingsbeleid voor stations en stationsomgevingen. Hierbij staat de reiziger voorop. Miguel: “We kijken aan de ene kant hoe de reiziger op alle stations een bepaalde ordening van zaken kan terugvinden. Of je nou op een groot of klein station bent, je weet ongeveer waar de dingen staan en hoe je je er doorheen beweegt . De tegenhanger hiervan zijn alle specifieke elementen. Elk station moet specifiek zijn en passen bij de omgeving.” Bij dit laatste spelen volgens Miguel onder andere kunst en erfgoed een grote rol. Bij de herontwikkeling van een station als Leiden Centraal moet rekening gehouden worden met de groei van het vervoer, maar ook met de groei vanuit de stad. “Op alle grote Nederlandse steden komt op dit moment een tsunami van vastgoedontwikkeling af. Leiden is daar geen uitzondering in. Het station is niet alleen het gebouw, maar wordt gekenmerkt door de stationsomgeving.” Miguel benadrukt dat het station niet meer alleen een plek is waar we vandaan of naartoe kunnen reizen. Het stationsgebied is een plek geworden waar we wonen, werken, ontmoeten en waar we – bijvoorbeeld – bouwen aan de klimaatadaptieve stad. Omdat de ruimte vaak beperkt is, zijn we volgens Miguel met onze goede ambities continu aan het stapelen. En dat terwijl de stationsomgeving juist ruimte moet bieden en goed ontsloten moet zijn. “Wat we nu bouwen is niet voor de eeuwigheid. Dus houd ruimte voor groei.”
Oog voor meer dan de passant alleen
Wat zien de aanwezigen in de zaal graag in en om Leiden Centraal? ‘Ruimte genoeg voor de fiets’, zegt de één. ‘Onderzoek naar een ondergronds spoor’, zegt de ander. Ook wordt een oproep gedaan voor verstilling en aandacht voor mensen voor wie de omgeving van Leiden Centraal een bestemming is. Zoals patiënten van het LUMC die behoefte hebben aan een fijne plek aan de zeezijde van het station, waar ze kunnen genieten van rust, ruimte en zon. Ook wordt een oproep gedaan voor de blinde medemens. Want houden we naast alle esthetische zaken wel genoeg rekening met de praktische kant? ‘Probeer de harde tegenstelling tussen beweging en verblijven te verzachten’, is een advies vanuit de zaal. ‘Creëer prettige plekken nabij de stroom náár het station en niet alleen erin.’ Maar ook: ‘creëer verblijfsplekken waar we niet per se moeten consumeren, maar waar we mogen genieten van rust zonder ‘moeten’.
Het verhaal van Leiden
Het laatste woord is aan onze gasten. Wat willen zij nog kwijt over ons centrale station? Andries: “Ik heb het idee dat Leiden Centraal niet het verhaal van Leiden vertelt” Fiona viel bij aankomst op het station vooral de missende verbinding met het stadscentrum op en voelde zich totaal verloren. “Je hebt geen zichtlijnen en wordt niet geleid.” Miguel deelt het advies van Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, om goed na te denken over hoeveel openbare ruimte we willen weggeven voor vastgoedontwikkeling.
Kijk het Stadscafé hier terug.
Het volgende Stadscafé vindt plaats op woensdag 8 februari. Tijdens dit 27e Stadscafé gaan we met elkaar in gesprek over Leiden onder de grond.