Met People Flow onderzoeken RAP Leiden en Dance Company The Kitchen bewegingsstromen in de stad. Met Martin Verwoest spreken ze over vertraging, hoe participatie tot meerwaarde leidt en over hoe beweging ontmoeting stimuleert.
“Als we allemaal stilstaan ontmoeten we niemand”
Martin Verwoest is stedebouwkundig supervisor bij gemeente Leiden. In deze functie is hij verantwoordelijk voor stedelijke transformaties. Martin gelooft hierbij in de kracht van participatie. “Een plan wordt goed en krijgt maatschappelijke betekenis als kennis en ideeën van gebruikers er onderdeel vanuit maken; een stad maak je niet vanachter je bureau. Participatie leidt tot meerwaarde”, zo vindt hij. Naast zijn baan bij de gemeente is Martin vaste spreker tijdens de Stadscafés van RAP Leiden, die de meesterverteller steevast opent met een steengoede column.
Bepalen hoe mensen bewegen
“Stedenbouwkundigen bepalen hoe mensen bewegen. Ze bepalen waar gebouwen terecht komen en waar de openbare ruimte gevormd wordt. Komt er een parkeerterrein, een park? Dit soort keuzes zijn al bepalend voor menselijk gedrag.” Het is het antwoord van Martin op de vraag ‘wat doet een stedenbouwkundige nou eigenlijk?’ Een antwoord dat direct een volgende vraag oproept. Want wordt wat en waar er gebouwd wordt alleen door stedenbouwkundigen bepaald? Of speelt ook de gebruiker, de bewoner van de stad, daar een rol in?
Waarom is Leiden Leiden?
Eerst een stukje terug in de tijd. “Waarom is Leiden Leiden?” Het is de wedervraag die Martin op tafel legt. Het antwoord heeft hij zelf. “Leiden werd gevestigd op een eilandje. Een plek die goed te beveiligen was.” Steden ontstonden op plekken die goed dienst deden als handelsplek, legt Martin ons uit. Plekken die veilig of goed te beveiligen waren. Iets wat nog altijd terug te zien is in het Leiden van vandaag de dag. Het water dat de stad omsluit maakte het een goed verdedigbare plek. Martin: “Stedenbouw is altijd veelal gestoeld geweest op techniek. Maar later ging het toch ook meer over de schoonheid en sociale kant van de stad. De openbare ruimte ontwikkelt door. Denk aan het bankje waar je in het Singelpark op gaat zitten. Iemand heeft hier over nagedacht en besloten het daar te zetten.” Wordt er in dit soort processen ook geïnventariseerd wat de gebruikers van een stad nodig hebben? Martin: “Een plan wordt goed en krijgt maatschappelijke betekenis als kennis en ideeën van gebruikers er onderdeel vanuit maken; een stad maak je niet vanachter je bureau. Participatie leidt tot meerwaarde.”
Meer ruimte voor wandelaar en fietser
De verschuiving naar een meer sociale stad en meer participatie zijn niet de enige zaken die veranderen op het gebied van stadsinrichting. Ook is de focus verschoven als het gaat om de gebruiker van de stad. Na jarenlang plaats te hebben gemaakt voor auto’s, worden voetgangers en fietsers weer steeds belangrijker als gebruikers van de binnenstad. “Na de welvaart van de jaren ’60 kwam de auto de stad in. Er werden hele stukken stad afgebroken om hier ruimte voor te maken. Een Leids voorbeeld hiervan is de Langegracht, welke gedempt werd om de auto een plek te geven. Vandaag de dag wordt er gekeken naar de vraag: is die auto nog wel zo nodig? Hij neemt veel ruimte in en zit ons in de weg. We zijn begonnen de ruimte weer terug te geven aan nieuwe – of eigenlijk oude – vormen van gebruik: wandelen en fietsen.”
Oog voor het nabije en gedetailleerde
Minder auto’s, meer plek voor wandelaar en fietser. Een verandering die nodig is nu we met steeds meer mensen de ruimte in de stad moeten delen. Met het stilvallen van het woon-werkverkeer tijdens de pandemie verdween de auto uit stad. Wat deed dit met de stroom van mensen? En draagt deze coronapandemie daarmee bij aan het accepteren van de autovrije stad? Martin: “In drie maanden tijd kun je een gedragsverandering tot stand brengen. In coronatijd hebben we die tijd wel gehad. Mensen hebben meer ontdekt, zijn op ontdekkingsreis gegaan. Vooral te voet. Als je wandelt kun je ook eens stilstaan. Daardoor heeft men veel meer oog gekregen voor het nabije en gedetailleerde.” Deze vertraging, zo merkt Martin op, leidde ook tot meer menselijk contact. “In een auto heb je geen contact met anderen. Als fietser en wandelaar veel meer.” Ook de doorstroom is gebaat bij een autoluwe stad, vindt hij. “Hoe meer mensen er zijn in een stad, hoe beter je de doorstroming met het openbaar vervoer kunt doen. Voetgangers zijn ruimte-efficiënt. Als er ergens in de stad te weinig ruimte is voor auto’s wordt al snel besloten gebouwen af te breken. Wij stedenbouwkundigen vinden dat je op zo’n moment beter kunt kijken naar een andere plek voor die vorm van vervoer.”
Shared space geeft mensen de ruimte om te bestaan
Een ander fenomeen waar we het met Martin over hebben is de zogenaamde ‘shared space’: een stukje openbare ruimte wat van ons allemaal is. In deze gedeelde ruimte staan we allemaal in dezelfde verhouding tot elkaar en hebben we zelf de verantwoordelijkheid. Of zoals Martin het prachtig verwoordt: “Een plek waar we mensen de ruimte geven te bestaan, ieder precies zoals hij is.” Het Leidse voorbeeld van zo’n shared space is de openbare ruimte bij Anne & Max voor de deur, tussen Korevaarstraat en Breestraat. Een plek waar geen regels lijken te gelden, maar waar weggebruikers het met elkaar moeten oplossen. Levensgevaarlijk, of niet? Martin: “Het frappante is: er gebeuren hier geen ongelukken. Veiligheidsprotocollen lossen niet alles op. In zo’n shared space zeg je eigenlijk tegen de gebruiker: zoek het uit. Mensen krijgen zelf de verantwoordelijkheid.” Maar wat als een weggebruiker besluit midden op het punt stil te staan? Mag dat dan ook? “Je hebt verkeerskundig het recht om stil te staan”, zegt Martin. “Het is een ‘shared space’. Dit kruispunt stimuleert contact.” En dat maakt dat een ‘shared space’ eigenlijk mooi aansluit op Martins overtuiging dat participatie leidt tot meerwaarde. Dat eigenaarschap leidt tot meerwaarde. Op dit kruispunt moet je wel actief deelnemen en contact maken om ergens te komen. De meerwaarde is de veiligheid die dit met zich meebrengt.
People Flow & de meerwaarde van participatie
Participatie en contact maken: de rode draadjes in het gesprek met Martin. Minder auto’s en meer ruimte voor wandelaar en fietser. Het leidt tot vertraging, wat weer leidt tot oog voor het gedetailleerde en meer contact. Is stilstand ook ontmoeten? “Als we allemaal stilstaan ontmoeten we niemand”, aldus Martin. “Je hebt beweging nodig om te ontmoeten.”
De ‘shared space’ is een plek waar eigenaarschap en verantwoordelijkheid een grote rol spelen. Contact maken en participeren zijn hier belangrijker dan waar dan ook. Participatie, eigenaarschap en contact leiden tot meerwaarde. Hoe kunnen deze drie dingen leiden tot meerwaarde voor de People Flow bijvoorbeeld? Wat doet ‘shared space’ met de bewegingsstromen in de stad? Meer dan genoeg stof voor het onderzoekstraject.