“Hoe maak je van Vliegveld Valkenburg – de laatste grote ontwikkellocatie van de Randstad – een succes?” Zo opende moderator Pieter van Straaten op 14 oktober editie #16 van RAP Stadscafé – uitgezonden vanuit PLNT en vanuit huis te volgen via de livestream. “Een ingewikkeld vraagstuk, maar daar houden we van bij RAP. En dat dan laagdrempelig brengen, voor een breed publiek.”
Stadscafé #16 opende met de podcast ‘Polygoon Journaal Valkenburg’ van PS|Theater. In de podcast kwamen historische ijkpunten van Vliegveld Valkenburg voorbij: van de aanleg als werkverschaffingsproject eind jaren ’30, tot het vliegveld als centrum voor de opsporings- en reddingsdienst bij de Watersnoodramp van 1953. De plek waar Poetin en Obama in 2014 landden voor de nucleaire wereldtop én de vindplaats van de zeer zeldzame ‘Tengere Distel’ eerder dit jaar. Met de bijdrage van deze ‘Leidse maker’ – mogelijk gemaakt door donaties van volgers van RAP Leiden – wil RAP de culturele sector in coronatijd steunen.
Stadhuis Talks
Martin Verwoest, stedenbouwkundig supervisor bij de gemeente Leiden, trapte de avond af met ‘Stadhuis Talks’: “We staan voor een mega ruimtelijke opgave.” Hij beschreef hoe van een witte kaart rond 1800 met een gekleurde stip – Leiden – Holland Rijnland nu één stad geworden is, van Zoeterwoude tot zee, met zo’n 300.000 inwoners. Hoe de dorpeling in dit gebied ook stedeling is. En hoe de ontwikkeling van Vliegveld Valkenburg de verschillende leefmilieus die Holland Rijnland rijk is, kan versterken.” Naast de woningbouw benoemde hij de energietransitie, het zakken van de grond en het teruglopen van de biodiversiteit als uitdagingen.
Lagen van betekenis
Jeroen Dirckx, stedenbouwkundige en partner bij KCAP Architects&Planners, is al een tijd betrokken bij Vliegveld Valkenburg. “Het stedenbouwkundig raamwerk ligt ter inzage bij de Gemeente Katwijk, we delen het graag met heel veel mensen.” Jeroen benoemde de verschillende ‘lagen van betekenis’ van het gebied: “We hebben belangrijke relieken geïdentificeerd: De landingsbanen, de verkeerstoren, het hangargebied, maar ook twee boerderijen uit vroeger tijden. Het stedenbouwkundig plan verbindt deze elementen.” In de uitwerking van het plan krijgen deze historische elementen een nieuwe functie. Op het kruispunt van de twee landingsbanen komt plek voor een voorzieningencentrum. Rond de verkeerstoren en de twee boerderijen is ruimte voor horeca.
Water – en andere verbindingen
“Vliegkamp Valkenburg is altijd een afgesloten enclave geweest. Met dit project kunnen we de natuur verbinden,” vervolgde Jeroen zijn presentatie. “Water vormt een belangrijke leidraad. De natuurlijke afwatering naar de Oude Rijn, de krekenstructuren, we willen ze bevaarbaar maken.” Voor de ontsluiting van het gebied ligt de nadruk op twee HOV–haltes (‘hoogwaardig openbaar vervoer’) en niet op voorzieningen voor auto’s. Er komen een fietsroutenetwerk met vrij liggende fietspaden, en fijnmazige wandelverbindingen in het gebied. “En,” zo sloot Jeroen af, “Oud en Nieuw Valkenburg verbinden we met elkaar door een groene oversteek over de N206.”
Knokken voor het bijzondere
Aan ‘RAP Stadscafé in gesprek’ deden vervolgens naast Jeroen Dirckx, Franz Ziegler, architect en partner bij Ziegler|Branderhorst, Riëtte Bosch, stedenbouwkundige bij het Rijksvastgoedbedrijf (samen met de gemeente Katwijk eigenaar van de grond) en Angelique Mergler, stedenbouwkundige bij Gemeente Katwijk, mee. “Wat is er nodig om van Vliegveld Valkenburg een succes te maken?’’ vroeg Pieter zijn tafelgasten. Franz reageerde: “Het water en het dorpse zijn onderscheidend en bijzonder. En het bijzondere, daar moet je voor knokken.” Riëtte gaf aan blij te zijn met de ‘radicale framing’ van het gebied waarin bestaande waarden en jong erfgoed zoals de hallen van het vliegveld zijn omarmd als bepalend voor de identiteit van het gebied. Angelique voegde daaraan het belang van een zorgvuldig proces toe.
Een dorp met een kern en gemeenschapszin
Op de vraag hoe er op Vliegkamp Valkenburg een gemeenschap kan ontstaan, antwoordde Jeroen dat in de hoofdstructuur is ingezet op plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en dat dat in de uitwerking nog verder moet worden vormgegeven met pleintjes en plekken waar mensen elkaar op een natuurlijke manier tegenkomen “Nieuw Valkenburg moet geen slaapdorp worden, maar een dorp met een kern. Met winkels, zorg- en onderwijsvoorzieningen, en werkplekken.” Franz vulde aan dat het organisch laten groeien van de wijk, net zoals traditionele dorpen zijn ontstaan, bij kan dragen aan het gemeenschapsgevoel.
Nieuwe verbindingen
Riëtte benoemde de kansen voor nieuwe verbindingen: “Mensen uit Leiden kunnen straks langs de landingsbaan en de kreek naar het strand fietsen. Dan woon je in Leiden achter de duinen.” Angelique benadrukte dat het een opgave is om Romeinse Oost-West routes langs de Oude Rijn – de enige die de Noord-Zuid routes doorsneden – weer aan elkaar te maken. Over of nieuwe bewoners de auto straks zullen laten staan, verschilden de meningen. Gedeeld werd de oproep van Franz dat het toepassen van innovatieve parkeeroplossingen van grote waarde is voor het gebied.
Pionieren met toekomstige bewoners
Het boeiende gesprek werd afgerond met een blik op de toekomst. De tafelgasten deelden de wens het sterke stedenbouwkundig ontwerp te combineren met de kracht van de toekomstige bewoners. Deze kracht kan geactiveerd worden door de hekken vast open te gooien, te investeren in natuurbeleving, pop-up activiteiten en kunst in de openbare ruimte. En door de radicaliteit op te zoeken en ‘400 toekomstige bewoners alvast te laten pionieren’. Met deze creatieve en inspirerende plannen werd Stadscafé #16 vrolijk afgerond.
Tekst: Lisa Koolhoven (Verhalenpodium)